Cornelis van Lennep werd bij Koninklijk Besluit van 19 september
1856 tot burgemeester van Heemstede en Bennebroek benoemd.
Afkomst
Cornelis was lid van de Amsterdamse regentenfamilie Van Lennep. Hij
was de zoon van de Amsterdamse hoogleraar in de klassieke talen David
Jacob van Lennep (1774-1853) en de eveneens uit een Amsterdamse
regentenfamilie afkomstige Anna Catharina van de Poll (1791-1860).
Zijn vader was lid van Provinciale Staten van Noord-Holland en lid van
het college van Gedeputeerde Staten (1838-1850). Cornelis bracht zijn
jeugd door in Amsterdam. Tijdens de zomermaanden verbleef hij op het
buitenverblijf het huis te Manpad te Heemstede. Hij had zeven broers
en zusters en een halfzuster en halfbroer. Zijn oudere halfbroer was
de bekende roman- en historieschrijver Jacob van Lennep (1802-1868),
die van 1853-1854 lid was van Provinciale Staten en 1853-1856 lid van
de Tweede Kamer. (1) Zijn
jongere broer Herman Josua (1830-1888) bleef vanaf 1868 tot aan zijn
dood lid van Provinciale Staten en vanaf 1881 tot aan zijn dood lid
van het college van Gedeputeerde Staten. Aernout (1827-1891), een
andere broer, woonde op het huis te Manpad en was gemeenteraadslid van
Heemstede.
Cornelis was hoofdinspecteur bij de duinwatermaatschappij. Deze
maatschappij was in 1853 een van de eerste bedrijven die gebruik
maakte van een stoommachine. In 1854, een paar jaar voor zijn
burgemeesterschap trouwde hij met de dochter van een Haarlemse
regentenfamilie, Sophia Wilhelmina Petronella Teding van Berkhout
(1829-1901). Uit dit huwelijk kwamen tien kinderen voort, waarvan er
één op jonge leeftijd stierf. Het gezin woonde in Heemstede op de hoek
van de Herenweg en de Koediefslaan, schuin tegenover het huis Oud
Berkenrode, in het huis Welgelegen .
Gemeentelijke financiën
In 1857 werd de gemeente Berkenrode opgeheven en bij Heemstede
gevoegd. Deze gemeente telde ongeveer 100 inwoners. Cornelis van
Lennep sprong zuinig om met de gemeentelijke financiën. In 1861 werd
het wees- en armenhuis in Heemstede opgeheven en werden de armen en
weeskinderen naar een particulier kosthuis overgebracht, aangezien dit
goedkoper was.(2) In 1867
werd het salaris van de burgemeester van Heemstede verhoogd tot 500,
aangezien de taken in tien jaar tijd verdubbeld waren. In 1872 wilde
de gemeenteraad de jaarwedde met 100,- verhogen. Van Lennep meende
echter dat de gemeentekas dit niet kon dragen.(3)
Een schandaal in Heemstede
In september 1861 kreeg de burgemeester te maken met een delicate
zaak. De Oostenrijkse attaché graaf Maximiliaan zu Spaur, had
Jonkvrouw Mathilde van Verschuer in Den Haag gedurende de
wintermaanden het hof gemaakt. Toen hij om de hand van Mathilde vroeg
werd de jongeman, die bekend stond als een arrogante losbol, door
Baron Van Verschuer afgewezen. Jonkvrouw Mathilde van Verschuer was
ontvoerd of geschaakt uit het buitenverblijf van de familie, De
Hartekamp. Burgemeester Van Lennep ging 's avonds naar de Hartekamp
toe en bleef ook een groot deel van de volgende dag om het geval met
baron Van Verschuer te bespreken. De Van Verschuers wilden voorlopig
niet dat de ontvoerder vervolgd werd. Door vervolging zou de kans
verkeken zijn om de eer van zijn dochter te redden door middel van een
huwelijk met Zu Spaur. Van Lennep stond voor een dilemma toen hij de
officier van justitie moest inlichten. Voor de eer van Mathilde kon
hij niet schrijven dat zij met de schaking instemde. Maar hij kon ook
niet schrijven dat de ontvoering onvrijwillig was geschied, aangezien
er dan een strafrechtelijk vervolging ingesteld moest worden tegen de
graaf. Hij schreef aan de officier van justitie, dat de jonkvrouw niet
geheel vrijwillig de ouderlijke woning verlaten had. Een paar dagen
later ontvingen de Van Verschuers bericht dat hun dochter in Dover
verbleef en dat de moeder van zu Spaur als haar chaperonne aanwezig
was. Na onderhandelingen over een jaarlijkse toelage voor Mathilde
werd de zaak opgelost door een huwelijk tussen Max zu Spaur en
Mathilde dat in Engeland plaats vond(4).
Kermis in Heemstede en Bennebroek
Door de cholera epidemie in 1866 en 1867 was er geen kermis. In
Heemstede verstrekte men gratis de choleradrank van dokter Bleeker aan
de bevolking. In 1868 gaf het gemeentebestuur weer toestemming voor
het houden van de kermis. De tapper van de herberg Berg en Daal aan de
Rijksstraatweg in Bennebroek wilde tijdens de kermis voor zijn herberg
verschillende volksspelen organiseren, zoals katknuppelen, haansabelen
en vogelschieten. Het gemeentebestuur van Bennebroek weigerde een
vergunning te verstrekken. De tapper ging in beroep bij de Commissaris
van de Koning. Burgemeester Van Lennep berichtte de Commissaris dat
hij vergunning vanwege de wreedheid ten opzichte van de dieren
geweigerd had. Bovendien vond hij het vogelschieten te gevaarlijk. De
burgemeester stelde de tapper toen voor om in plaats van deze wrede
spelletjes een biljartpartij of een verloting te houden. Een
vergunning voor het katknuppelen met een houten bal in plaats van een
kat in de ton, zou hem niet geweigerd worden.(5)
Einde burgemeesterschap
In april 1873 kampte burgemeester Van Lennep met ernstige
gezondheidsproblemen, die waarschijnlijk werden veroorzaakt door
overmatig drankgebruik. De minister van Binnenlandse Zaken gaf hem
drie maanden verlof voor een verblijf in het kuuroord Karlsbad in
Bohemen. Als waarnemer voor zijn functie in Heemstede stelde hij de
wethouder jhr.Hendrik Wickevoort Crommelin aan. In Bennebroek werd
zijn ambt waargenomen door de wethouder M. van der Elst. Begin 1874
verzocht hij zijn ontslag als burgemeester. De gemeenteraad bood hem
als afscheidsgeschenk een gouden vestketting met gedenkpenning aan.
(6)Op 2 juli 1874 overleed
Cornelis van Lennep te Zandvoort aan een delirium. Hij was 50 jaar
oud. Zijn echtgenote bleef met negen kinderen achter. De jongste was
zes jaar.(7)
1. 1. Jacob van Lennep (1802-1868) was de zoon
uit het eerste huwelijk van David Jacob van Lennep (1774-18530).
2. 2. G. Duinen, bewoners van het huis te
Manpad, 77
3. 3. G.van Duinen paragraaf over C. van
Lennep.
4. 4. F.J.E. van Lennep, de Tamme Kastanje, 55
e.v.
5. 5. Groesbeek Bennebroek, 208-211 brieven van
26 en 28 september 1868. Archief gemeente Bennebroek inv.nr. 185
(ingekomen stukken)
6. 6. GA Heemstede notulen raadsvergadering
28-4-1874, 260-261. De penning werd in 1962 door een kleinzoon aan de
gemeente Heemstede geschonken.
7. 7. H.Krol, burgemeester jhr.mr. D.E. van
Lennep in de rubriek: Oud Heemstede in beeld nr 82 in de Heemsteder;
info van een kleinzoon van Van Lennep, jhr. M.A. van Lennep uit
Heemstede.