terug © copyright A.Meddens-van Borselen


Gerrit Muntjewerff (1768-1847)

burgemeester van 1817 tot 1838

In 1817 werd Gerrit Muntjewerff benoemd tot schout van Uitgeest. Tijdens zijn loopbaan veranderde de titel in burgemeester. Hij was de zoon van Jan Gerritszoon Muntjewerff en Dieuwertje Scheltes en werd in 1768 in Koedijk geboren. Zijn vader die in Koedijk schoolmeester en schout was geweest, bekleedde tot aan diens dood het burgemeestersambt in Oosterblokker. Voorafgaand aan zijn burgemeesterschap was Gerrit Muntjewerf in Uitgeest onder meer schoolmeester, koster, voorzanger, gemeenteontvanger en -secretaris. De laatste functie bekleedde hij ook tijdens zijn burgemeesterschap. Voor deze twee functies ontving hij een jaarwedde van 400, -. In 1792 huwde hij in Uitgeest met Neeltje Zeekant en kreeg samen met haar elf kinderen, waarvan er drie op jonge leeftijd stierven. Zij woonden in een eigen huis op de hoek van het Slimpad in de Kerkbuurt. Naar aanleiding van een conflict over de bouw van een katholieke kerk in het dorp schreef een aantal parochianen een brief aan de gouverneur van Noord-Holland. In de brief stelden zij dat de bouw van de kerk onnodig was, dat de pastoor knoeide met de financiën, dat de schoonzoon van de burgemeester werd voorgetrokken en dat deze belast was met de bouw van de kerk. Burgemeester Muntjewerff werd door de gouverneur om een reactie gevraagd. Hij antwoordde de gouverneur dat de pastorie en de vorige (schuil)kerk, een voormalige boerderij, in een bouwvallige staat verkeerden en dat het kerkbestuur kennelijk goede redenen had om zijn schoonzoon Gerrit Hos tot architect en timmerman aan te stellen en dat zij hiervoor de verantwoording droegen. Het kerkbestuur en de burgemeester werden in het gelijk gesteld en de kerk kon in 1834 in gebruik worden genomen.

In het gemeenteverslag van 1835 schreef Muntjewerff over de sociaal-economische toestand aan de gouverneur van Noord-Holland:'Er zijn 89 huiszittende armen, er zijn zes kinderen in het hervormde weeshuis. De fabrieken zijn sedert 1813 aanzienlijk verbeterd. Wegens de achteruitgang van de verschillende takken van nijverheid heeft men geen reden tot klagen. De landbouw is ten aanzien van de prijs der produkten steeds in een kwijnende toestand.' Naar schatting had Uitgeest circa 1345 inwoners. Een jaar voor het afscheid van Gerrit Muntjewerff werd een nieuw schoolgebouw in gebruik genomen op de hoek van aan het Bonkenburg en de Meldijk (nu Bonkenburg nr 2-4). Zijn gezondheid was zodanig verslechterd dat hij in september 1838 ontslag nam. Hij was 21 jaar burgemeester en gemeentesecretaris geweest. Zes jaar later stierf zijn vrouw en op 30 december 1847 stierf hij in zijn huis te Uitgeest op 79-jarige leeftijd. Bij zijn dood waren nog drie van zijn elf kinderen in leven. Uit zijn nalatenschap blijkt, dat Gerrit Muntjewerff geen onbemiddeld man was. Hij liet een huis ingericht als broodbakkerij aan de Breedstraat in Beverwijk na en weilanden, stallingen en tuinen en zijn huis aan de Kerkbuurt bij het Slimpad te Uitgeest.