terug © copyright A.Meddens-van Borselen


Anthonie van Nienes (1830-1901)

burgemeester van 1882 tot 1901

Anthonie van Nienes, geboren op 27 oktober 1830 te Barsingerhorn, volgde zijn oom Adrianus van Lith op. Doordat hij al jarenlang gemeentesecretaris was in Uitgeest, was hij voor de meesten geen onbekende, toen hij op 51-jarige leeftijd het ambt aanvaardde. Hij was de oudste zoon van Jan van Nienes, grutter te Barsingerhorn en Alida van Lith. Zijn jongere broers Klaas en Jan waren evenals hun vader grutter van beroep. In 1864 huwde hij Gezina Margaretha (Sientje) Vooren. Zij kregen negen kinderen, waarvan er twee al jong stierven; de jongste in 1879 toen hij acht maanden oud was en in 1885 hun dochtertje Duifje op 13-jarige leeftijd. Met zijn gezin woonde hij op het Bonkenburg nummer 7. Anthonie van Nienes bezat volgens de Commissaris des Konings 'van zich zelve geen fortuin' en moest leven van het salaris van burgemeester en secretaris. De in 1834 gebouwde waterstaatskerk in de Langebuurt werd afgebroken. Op dezelfde plaats werd in 1885 een nieuwe rooms-katholieke kerk met pastorie gebouwd onder leiding van de architect E.J. Margry. De bisschop van Haarlem wijdde de kerk in. Burgemeester Van Nienes beschreef in de gemeenteverslagen de economische en sociale toestand van zijn gemeente. Hij vermeldde in de jaarlijkse rapporten regelmatig dat het rundvee getroffen werd door mond- en klauwzeer, de varkens door de varkensziekte en de schapen door de wormziekte. Desondanks gedijde de veehouderij goed en vormde zij nog steeds de belangrijkste bron van inkomsten voor de inwoners. Daarnaast waren de tuinbouw en de bloembollenkwekerijen belangrijk. De bloemen werden onder meer rechtstreeks naar Engeland geëxporteerd. In Uitgeest stonden verscheidene met stoom aangedreven houtfabrieken, waaronder die van Zonjee en Van Lith. In het begin van zijn ambtsperiode berichtte hij dat de armoede in Uitgeest jaarlijks toenam, overigens zonder daarbij het aantal armen te noemen. Vanaf 1889 bleef het aantal armen stabiel, terwijl het aantal inwoners jaarlijks toenam. Gedurende de wintermaanden was er geen werk voor de boerenarbeiders, de tuinarbeiders, de ambachtslieden en de dagloners zonder vast werk. De vereniging tot werkverschaffing kon sommigen van hen te werk stellen bij het verbeteren van de `s winters in slechte staat verkerende gemeentewegen en daarmee voor hen de ergste armoede voorkomen. Pas tijdens het bestuur van zijn opvolger werd de in de winter slecht berijdbare weg van Uitgeest naar Castricum beter begaanbaar gemaakt. De nieuwe, in 1895 opgerichte vereniging tot werkverschaffing, liet de arme dagloners veldarbeid en houtzaagwerk verrichten.

Aan de Middelweg werd in 1892 een ziekenhuis opgericht. Het gebouw werd in 1927 verkocht aan de Gereformeerde kerk die het als kerkgebouw en als vergaderruimte in gebruik nam en het gebouw de naam 'de Zaadkorrel' gaf. De rubriek 'bijzondere gebeurtenissen' in de gemeenteverslagen werd gebruikt voor het vermelden van brand of watersnoodrampen en was meestal niet ingevuld of er stond 'dit jaar zijn er geen bijzonderheden in de gemeente voorgevallen'. In het verslag over 1895 meldde de burgemeester dat op 6 december tijdens een hevig onweer een blikseminslag twee watermolens in brand zette en daarbij drie kinderen doodde.

Anthonie van Nienes overleed op 19 maart 1901, 70 jaar oud. Zijn zoon Jan van Nienes (1869-1944) werd de secretaris en ontvanger van de gemeente en hoopte dat hij zijn vader als burgemeester van Uitgeest zou opvolgen.